Mijn naam is Frederik van Beuningen. Ik mocht deze zomervakantie van 2018 meevaren op de Speer. De Speer is een goed onderhouden Dehler 36 CWS uit 1992. Nu had ik vroeger wel gezeild in Valken op de Friese meren, maar dit is andere koek. Gelukkig kan ik de kunst afkijken van Hans Valent en Robert Bersma, die met hun vrouwen Marianne en Ineke, naar de Engelse Oostkust gaan.
Op maandag 2 juli vertrekken we uit Ketelhaven, nadat alle vakantiespullen en cateringvoorraad zijn ingeladen.
Heel bijzonder wat voor enorm extra gewicht zo’n boot kan hebben, zonder dat de waterlijn onder het oppervlak zinkt.
Vooral de voorraad drank verbaast me. De bodem van de boot ligt vol met bierblikjes en de kasten staan vol met pakken wijn.
Gaan we naar een land in een drooglegging?
Richting Amsterdam. Voorspelling van Windfinder is een rustige bakstagwind. In de Marina Flevoland tanken we nog GTL en daarna gaan we even later door de Houtribsluizen.
Je kunt zien dat Hans en Robert al lang met elkaar zeilen. De handelingen gaan automatisch en vrijwel zonder nadere aanwijzingen.
Ik observeer en heb geen neiging om dit koppel aan te vullen. Robert staat standaard achter het stuurwiel, Hans doet de navigatie, de fenders en lijnen.
Marianne helpt wat met de achterlijn en Ineke hoopt dat ze niets nautisch hoeft te doen. De dames hebben ook hun eigen plek in de boot.
Onder de buiskap, benen op de bank, kont op het kussen. Hans beweegt zich tussen en over deze lichamen om het noodzakelijke werk aan dek te doen.
De windrichting wordt meestal wel goed voorspeld, maar volgens Robert altijd een Bft te weinig. Ook nu dus een Bft 6 over het Markermeer terwijl er stoten van 4/5 waren voorspeld.
Lekker om in te slingeren.
We volgen zoveel mogelijk de vaargeul, omdat het Markermeer vol zit met waterplanten die je schroef schijnen op zoeken en daar een kluit gaan vormen.
Een oude reddingsboot van het type Mabel, ‘die meisje was hier al die tijd’ loopt ons langzaam op. Mooi erfgoed.
Al gauw zien we de Schellingwoude brug bij Amsterdam. We zijn iets te vroeg, want gedurende de spits van 16:00 tot 18:00 is er geen opening.
Na een half uurtje aan de steiger komt er beweging. De bomen gaan dicht en de brug omhoog. Direct daarna volgen de Oranje sluizen, die vlot voor een passage naar het IJ zorgen.
Amsterdam binnenkomen is altijd een belevenis vanaf het water, zeggen de dames. Ik geniet inderdaad, de gigantische cruiseschepen in het historische IJ,
de talloze volgepakte ponten, de aanstekelijke juppen-noordkant van het IJ en de heerlijk chaotische Sixhaven met pet en fluit.
Nederlands is er een ondergeschikte taal. Ik hoor en zie vooral veel Pools (werkneemsters?)
Het blijft aardig doorwaaien en vooral Hans is geen liefhebber van wind (?). Als we morgen in IJmuiden onverhoopt verwaaid komen te liggen, zegt hij,
is een dagje strand ook niet weg. De temperatuur nu is heerlijk. We genieten van een fysio-fit maaltijd, aangevuld met bier en wijn.
Het is dinsdag 3 juli. We ontbijten rustig en volgens traditie(?) met croissant en broodje. De Turkse bakker even verderop heeft,
ook volgens traditie, altijd een of meerdere croissants te weinig. De broodjes zijn groot en luchtig en … lekker. Rond 10.00 uur trekken we het Noordzeekanaal door tot aan de zeesluis.
Daarna wordt het serieus: gaan we wel of gaan we niet? De Zeewind-app geeft wel wind aan, halve wind met maximale stoten van 18 knopen. “Dat is op zee heerlijk varen” zegt Robert, dus dat geeft hoop.
Als we de sluizen uit varen voelen we de fikse wind. “Dat is meer dan 18 knopen”, zegt Hans.
En wanneer we de zee in zicht krijgen wordt het onmiddellijk duidelijk: dít gaan we niet doen. Uitgebreide rollers komen de haven binnen zetten.
Ik heb daar zelf geen mening over, want het is mijn eerste zee zeilreis, maar de heren van de Speer zijn eensgezind: liggen!
Even later wandelen we over de pier om met een boog naar strandtent Zuidpier te gaan. We worden gezandstraald en bevestigd in het wijze besluit om niet te gaan.
Eenmaal op het strand bevinden we ons in een uitgebreid bed van scheermesjes. Niet te doen op blote voeten.
De Zuidpier is, zo wordt geconcludeerd, getransformeerd naar een moderne vorm, zoals je ze over de hele kust tegenkomt. Het authentieke Amsterdamse sfeertje is verdwenen.
Gelukkig vinden we dat nog wel verderop in strandpaviljoen Noordzee. De sliptongetjes en witte wijn smaken heerlijk.
De weersverwachting voor morgen belooft rustig weer. Zelfs Hans is optimistisch. Hans en Robert doen rustig aan met drinken.
Woensdag 4 juli begint met een rustig ontbijt. Eb of vloed deert niet richting Lowestoft, want er is inderdaad besloten om te gaan. De wind is rustig geworden en de vooruitzichten ook.
Hans start, omdat hij dan minder last heeft van zeeziekte. Stiekem heeft hij wel een pilletje genomen. Dat helpt prima. Zelf heb ik nergens last van en vind de zee deining heerlijk.
Marianne en Ien hebben hun voorkeursplek ingenomen, hun kussens geïnstalleerd en hun boeken paraat. Naast Marianne’s kussen ligt haar bril, naast die van Ineke haar lippenstift en nicotinepistool.
Na 14:00 uur wordt dat aangevuld met een glas rode wijn.
We zeilen pal west tot 60 mijl uit de kust. De shipping lane is niet druk en we varen zonder problemen naar de andere kant. De Red Ensign vam Engeland gaat in de SB stag. Eigenlijk best relaxed zo’n overtocht, maar uiteindelijk slaat toch de vermoeidheid toe. De laatste 4 uren duren lang. Het inschatten van de koers van vrachtschepen in het donker wordt moeilijker. We denken dat ze vreemde manoeuvres maken. Groen wordt ineens rood, dan weer groen. Voor deze vrachtboot keren we zelfs om en varen een grote cirkel achter hem langs. Ondertussen zijn we ook een enorm mistveld aan de noordelijke horizon gepasseerd. Het was even spannend of we het voor konden blijven. Later horen we van anderen die er wel in waren beland, dat je geen hand voor ogen kon zien. Beste eng, lijkt me. Om half vijf, plaatselijke tijd half vier, komen we aan. We leggen in alle stilte langszij een ander schip aan. Nog eventjes slapen allemaal.
Donderdag 5 juli start met douchen in de Royal Norfolk and Suffolk Yachtclub. We ontbijten in Lowestoft centrum op een hoog waranda-terrasje, dat over de armoede van de winkelende Engelsen heen kijkt. Toch is het in het restaurant druk, gezellig druk met lokale huisvrouwen met baby’s, vertegenwoordigers en wat oudere echtparen. Tussen wat aan de tafeltjes zit en wat op straat loopt zit een of meer salarissen verschil. We rekenen ons ontbijt af, totaal £ 25. Valt dus reuze mee. Met lezen, wandelen over de boulevard en inkopen doen wordt de dag rustig in Engelse sfeer gevuld. Het is top weer. We laten het Engels bier ons goed smaken.
Vrijdag 6 juli Marianne heeft kennelijk de overtuiging, dat als ze ergens anders is, vooral in Engeland, dat daar de spullen goedkoper, beter en mooier zijn.
Schoenen, handdoeken, een horloge en weet al niet meer wordt gekocht en achter in de boot opgeslagen of beter gezegd ‘verstopt’. Hans ziet het gelaten aan.
Zelfs Ineke krijgt het ook een beetje te pakken en schaft een stel blauwe slippertjes aan.
Al vroeg hebben we op advies van de barkeeper geboekt voor het diner vanavond bij de Harbour Inn. In de haven is het een drukte van belang met grote motorboten die samen op pad gaan.
Robert en Hans besteden even tijd aan een planning: morgen naar Ipswich, woensdag naar Ramsgate en zondag naar Oostende of Cadzand. Lekker de tijd overal nemen en geen jaagpartij.
Bij Harbour Inn, waar het inderdaad vol is, eten we te grote hamburgers en een te grote pie. Wat een mooie tent is dit; een voorbeeld voor een Nederlands grand café. Op de boot kijken we nog even naar de stroming morgen: de HP33 geeft wat anders aan dan onze havenmeester en lokale voorlichters. Wat is waar, …. We zullen het morgen beleven.
Zaterdag 7 juli: De HP heeft gelijk, we krijgen de stroom pas na 2,5 uur mee. We hadden nog langer stroom tegen gehad als we op tijd waren vertrokken,
maar de dop van de watertank was te water geraakt en gezonken. Een half uur hebben we met onze magneet gevist, maar helaas. Maar even een doek erin gepropt, om in Ipswich te zoeken naar een vervanger.
We vragen Lowestoft Portcontrol via de marifoon om toestemming om de haven te verlaten en gaan op pad. Ondanks de stroom tegen is het de tweede helft een heerlijke tocht met Z.O wind (scherp tot half).
Wel is het koud in het begin. Hans heeft zelfs zijn thermokleding + zeiljack aangetrokken. Maar met het vorderen van de reis wordt laag voor laag verwijderd.
En Marianne en Ien, zij lezen voort op hun vaste plek in deze cruise. Het is hobbelig water, maar richting Harwich wordt het steeds gerieflijker.
Vrijwel de hele reis zeilen we volop, met Robert steevast achter het stuurwiel.
Opeens klinkt door de speaker van de marifoon: “Yacht Speer, Yacht Speer, Yacht Speer”. Voor ons liggen 3 werkschepen dwars in rij en onder water blijken zij met kabels verbonden.
We worden gevraagd om hen heen te varen, wat we natuurlijk doen. De installatie van de AIS transponder heeft haar nut bewezen.
En dan bij het bereiken van de haven van Harwich (beter: Felixstowe) verandert de wereld om ons heen.
We varen eerst langs de enorme containerschepen die langs de kade liggen te laden en lossen en daarna de Orwell op; de rust walmt over ons heen.
Warm, stil en groene glooiende oevers. Wat vind ik dit mooi!
Nadat we het ‘lock’ (sluis) zijn gepasseerd, worden we in Ipswich in de Neptune Marina behulpzaam ontvangen door een jonge enthousiaste (lees: commerciële) havenmeester. Hij staat al bij onze van te voren gereserveerde box en helpt bij het aanleggen. Bij het inchecken spreken we af dat hij morgen zal zoeken naar een nieuwe tankdop: “I will fix it for you, Sir”. Het is rumoerig rond de haven, omdat Engeland in de WK de kwart finale heeft gehaald. Lekker uitbundig in deze omgeving van de Suffolk University campus. De avond brengen we door in een grote pub waar iedereen zich heeft verzameld voor de wedstrijd Rusland-Kroatië. De winnaar wordt de volgende tegenstander van Engeland. Veel sfeer, veel wiet, veel security, veel geld voor een plastic vaas bier. De Engelsen zijn duidelijk voor Rusland, maar die haalt het niet en dus moet Engeland tegen Kroatië in de troostfinale.
Zondag 8 juni. We gaan ons geluk voor een nieuwe dop (‘fillercap’) beproeven bij onze jonge enthousiaste havenmeester ‘Marc’.
Hij zal op zoek gaan bij ‘zijn’ leveranciers. Het is windstil en warm. Hans en Marianne gaan wandelen in het centrum, Robert en Ien kijken naar Max in Silverstone.
Jammer alleen dat Robert zich heeft vergist in het tijdsverschil, waardoor ze de start en het eerste uur missen. De enig spannende fase in deze wedstrijd.
In de winkelstraat van Ipswich is het druk. Er worden schoenen door Hans en Marianne gekocht (die hadden ze nog niet) en gedronken in de Nelson Bar.
Vanwege de puur Engelse sfeer reserveren ze gelijk voor allemaal diner morgen. Daarna drinken we met z’n allen nog het een en ander boven bij Briarbank Brewery.
Vooral omdat het daar zo heerlijk koel is.
Ook zijn de openingstijden comfortabel: From Noon til Late.
Naast ons in de jachthaven ligt een Nieuw Zeelander die hier een boot heeft gekocht. Over een paar dagen vertrekt hij voor zijn thuisreis. Planning: binnen 10 jaar.
Ook hier speelt het tijdsverschil Robert parten: de buurman belt langdurig en luidruchtig aan dek met zijn familie down under, om 05.30 uur alhier!
Woensdag lijkt goede dag voor Ramsgate, zondag naar Oostende.
Maandag 9 juni. De dames gaan de stad in. De heren hebben geen vertrouwen in onze ‘Marc’ en gaan zelf met de boot naar een jachthaven Fox Marine, een getijdenhaven enkele mijlen terug op de Orwell.
Er is daar een uitgebreide watersportwinkel. Als we ons voor aankomst melden via de marifoon, geven we onze diepte (draft) van 1,85 meter aan en die blijkt op dit tijdstip geen probleem.
We krijgen een box toegewezen. We varen de haven binnen. Onze box blijkt achterin, maar in een veel te smalle doorgang. Ook de box is te smal.
Onverhoopt moeten we met dwarswind omkeren in de te smalle doorgang, met de dieptemeter op 0,9 meter (?). Millimeterwerk, met hulp van 2 havenmeesters met pikhaken, keren we om en meren op een andere plek af.
De winkel helpt ons binnen 2 aanwijzingen aan de goede fillercap en voegt daar (gelukkig) zelf een rubberen afsluitring bij. Goeie lui daar.
Dan wordt ook duidelijk waarom het in Lowestoft niet lukte om de dop met de magneet te vinden: de dop is van plastic! Nog even een Ale op het terras daar en dan terug.
Bij terugkomst treffen we de dames in de supermarkt/liqourstore (Sainsbury’s), die daar hun andere boodschappen doen. Vanavond eten we nasi op de boot en morgen naar Cambridge met de trein.
Leuk! We spelen ons eerste spel ‘Keezen’, dit is Mens erger je niet met kaarten in plaats van een dobbelsteen en veel meer regeltjes.
Woensdag naar Ramsgate wordt donderdag vanwege een voorspeld overtrekkend front.
Dinsdag 10 juni. Het is inderdaad wat ander weer. Wolken, wind en mogelijk regen. De regenjas gaat voor het eerst mee in de rugzak.
Om 10.20 uur vertrekt de trein naar Cambridge, dus wandelen we om 09.20 uur langs de smaakvol gerenoveerde haven naar het station.
Het landschap onderweg is typisch Engels, glooiend, groen en in deze streek sterk op paarden gericht. Renbanen met heggen, stallen en draverijen en een groeiend aantal studenten in de trein
naarmate we Cambridge naderen.
De route naar het centrum is wandelend goed te doen en het wordt steeds mooier. Oude statige Universiteits- en Kerkgebouwen, groene gazons op de binnenplaatsen en vriendelijke mensen. Groots, rijk en oud. De stad is vergeven van studenten, waarvan zo’n 80% Chinees lijkt te zijn. Inclusief hun ouders, broers en zusters. In langgerekte kuddes lopen ze vrolijk kibbelend door de stad. Terrasjes zijn er overal. Maar als je een leuk terras zoekt voor een Ale en een kop koffie, blijken de meeste tafeltjes te behoren aan pizzeria’s of andere fastfood aanbieders. Dan maar een ‘biercafé’ ingedoken en vervolgens een toren beklommen met een oneindig ronddraaiende trap. We hadden overigens beter een andere volgorde kunnen kiezen: eerst de trap en daarna het biercafé. Als we bij de klokken aan komen beginnen die prompt te luiden. Oren dicht!
Op de terugweg lunchen we op een mooi terras achter een pub en door de woonwijk lopen we weer richting station. Het weer is stralend geworden en we lopen op ons gemak.
In Ipswich gaan we meteen door naar Lord Nelson, want daar hebben we gereserveerd. Een pie en hamburgers en drank verschijnt weer op tafel en met té volle buiken belanden we weer in de boot.
De stappenteller van Marianne geeft 18.000 stappen voor vandaag aan. De jas bleek niet nodig.
Woensdag 11 juni. Naar Sainsbury’s voor sperziebonen, thee en toiletpapier. Marianne heeft haar eigen bestemming: de tweede hands kledingzaak.
Ineke richt zich op inkopen voor het eten op donderdag. Teruggekomen tanken we nog rode diesel bij onze ‘Marc’, wel met BTW bonnetje dat goed bewaard wordt in het scheepslogboek
en gaan we voor de avond en de nacht naar de Suffolk Yacht Harbour aan de monding van de Orwell.
Vanuit deze haven loopt een prachtig slingerend pad naar de plaatselijke pub. De wandeling heen is uit een romantische film: glooiende oevers, kluten met hun typische snavels, een blauwe kiekendief, sternen, visdiefjes en de luidruchtige grutto’s en scholeksters. Na verschillende hekjes komen we bij een terrasje naast de kerk. We maken er dankbaar gebruik van tussen de autochtonen.
De terugweg is een horrorfilm. Ien was wat achtergebleven vanwege een sanitaire stop, maar bij het wandelen wordt ze door de natuur zo afgeleid dat ze plat op haar gezicht valt.
Het ziet er desastreus uit, dikke pols, een bloedende neus en het gezicht onder de schaafwonden. Strompelend bereiken we de boot.
Het bloeden is ondertussen gestopt, maar blijvend zijn de schaafwonden en opgezwollen neus,. Een paar glazen wijn verzachten de schrik.
De halve finale Engeland-Kroatië moeten we missen. Er is geen TV, noch voldoende breedband. In de haven-pub in het voormalig lichtschip drinken zeilende Engelsen hun bier
zonder ook maar enige spanning voor het voetbal te voelen. Wij volgens het verloop via de app met Anke en Peter, de kinderen van Hans en Marianne.
Als Kroatië uiteindelijk heeft gewonnen heeft men het aan de bar er even over. Vervolgens gaat het dan weer over de gezeilde race van die avond.
Donderdag 12 juni. Half zes op, zes uur varen. Het tij is eerst een tijd tegen, maar dat nadeel is een voordeel als we over de Thames Estuary vlak bij Ramsgate zijn.
Dan hebben we maximaal stroom mee. We beginnen op de motor, op een koude en rommelige zee. Het wordt kennelijk uitzitten van de tocht, die tot zo’n 14 uur zal duren.
Ondertussen komt Ien naar boven en ze ziet er werkelijk niet uit. Haar kinderen adviseren haar om naar een dokter in Ramsgate te gaan en hebben zelfs het adres van een kliniek al gevonden.
Halverwege de tocht worden het weer en de zee veel beter en we zeilen de tweede helft lekker via de Fishermans hole en de Margate naar ons doel.
We krijgen de E-steiger aangewezen en vinden een mooi plekje helemaal aan het begin.
In Ramsgate gaan Robert en Ien op weg naar het ziekenhuis. De bus stopt voor de ingang. In het ziekenhuis is de armoede van de East Coast voluit zichtbaar:
ze zijn nummer 65 van de wachtenden en zitten tussen de sociale onderkant van de havenplaats. Een passerende ambulancebroeder kijkt even goed naar de neus en vermoedt dat deze is gebroken.
Maar omdat de neus nog recht staat wordt daar naar verwachting niets aan gedaan. Moet dus zelf genezen. Dat was genoeg voor Robert en vooral Ien om gelijk de bus terug te nemen
en met een paar glazen wijn op de boot de genezing te bevorderen. Bij een wandeling door Ramsgate begrijp je overigens de keuze voor de Brexit, ze staan met de rug tegen de muur.
De afgelopen 30 jaar heeft deze groep weinig vooruitgang gebracht. Deprimerend. Bij het scheepsoverleg blijkt Cadzand als volgende bestemming wel erg ver. Weer 75 mijl.
Dus de keuze valt voorlopig op Oostende.
Vrijdag 13 juni. Deze morgen ontbijten we in ‘Shipshape’. Een eenvoudige bar in een van de gewelven van de oude haven. Gezellig en lekker.
Een echt Engels ontbijt, waarbij het nog moeilijk blijkt om de individuele keuzes goed op ieders bord te krijgen. Uiteindelijk eten we maar op wat er bij toeval op het bord terecht is gekomen.
Bij iedereen een variatie op beans, bacon, saucages and eggs. Om ons heen zitten alleen Engelsen, voornamelijk ‘working class’. Een compliment voor de kok.
Daarna is het wasdag en hangt de boot vol met gewassen kleding. Een buurman verderop in de haven vraagt assistentie bij het tillen van zijn 3 omvangrijke accu’s. Als dank krijgen we later 2 flessen wijn (Hans met glimlach: “Thank you Sir, but I thought it were three battery’s”). Laatste maaltijd in Engeland is Fish en Chips. Heerlijk. Nog even de voorraad wijn aangevuld en met een goed glas vieren we het tekenen van Niels (de zoon van Robert en Ien) en Tess voor hun huis in Den Haag.
Zaterdag 14 juni. We vertrekken om 08.00 uur richting Oostende. Niet om 06.00 uur, want we willen graag allemaal wel even douchen en zo. Nu ook weer pal west – oost.
De eerste mijlen maken we slechts 3,5 knopen vanwege de tegenstroom, maar hoe meer we in het midden komen bij de Sandettie Noord boei,
hoe harder we gaan. De zee is vlak en de shipping lane leidt lekker de aandacht af. Maar die vlakke zee wordt anders wanneer we de Belgische kust naderen.
De wind trekt steeds meer aan, de golven worden hoger. En juist dit stuk draait de wind ook nog wat naar het noordoosten. Met 24 knopen scherp aan de wind wordt het toch nog beuken op het laatst.
Zo zelfs, dat Marianne zittend met kussen en al van de hoge naar de lage kant valt. Gelukkig geen verwonding. Wel wordt er zo gemiddeld 7.5 mijl per uur afgelegd, dat schiet lekker op.
We zijn het uiteindelijk goed zat wanneer we de haven van Oostende binnenvaren. Na het vastleggen ga ik met Robert en Hans gelijk naar het havenrestaurant om te kijken
of daar vanavond TV kan worden gekeken voor de troostfinale België- Engeland. Er is geen TV, maar, zegt de uitbater, dat is in uw geval ook niet zo erg omdat de match al is gespeeld. Zij was om vier uur.
België heeft gewonnen met 2-0.
In tegenstelling tot de wat sombere Engelse havens is Oostende een drukke, levendige haven, waar het vakantiegedruis volop aanwezig is. Er is luxe, er zijn kleuren en er is de bijbehorende onpersoonlijkheid.
We liggen dubbel naast een familie die met een meervoudig gehandicapte dochter zeilt. Wat een opgave en wat geweldig dat ze dit met z’n drieën toch maar doen.
Morgen om 13.00 uur met de vloed mee naar Cadzand. Hans reserveert ’s avonds telefonisch een box aldaar bij de nog aanwezige schoonmaker. Nu nog even een potje ‘Keezen’ en een paar glazen wijn.
Zondag 15 juni. De muziekkeuze in de douches van de Royal North Sea Yacht club is bijzonder: stevige housemuziek, continue. Het weer is rustig en warm en het is een komen en gaan van boten.
Sommige (Duitse) zeilboten zelfs met 10 fenders aan elke kant. Douane en politie zijn nadrukkelijk aanwezig (in Engeland overigens ook) en de havenmeester verwelkomt iedereen uitbundig,
net zoals hij uitbundig weer afscheid neemt van iedereen en dus ook van ons.
We zeilen met 10,5 knopen over de grond naar Cadzand, ontwijken een binnenkomende ferry bij Zeebrugge en genieten van worstjes onderweg. Ien haar gezicht knapt al lekker op.
Na aankomst halen we Chinees in Cadzand Bad. Morgen wordt een stranddag.
Maandag 16 juni. Het is drukkend warm in Cadzand. We gaan onze gehuurde elektrische fietsen halen en na een pinstop bij een flappentap vertrekken we richting Breskens. De lucht is vergeven van kleine mugjes. Iedereen zie je worstelen in de grijze mist van beestjes. Op de dijk, in het winkelcentrum, langs de dijk, op de campings. Overal zie je mensen voor hun gezicht wuiven en in hun gezicht en ogen wrijven. Pas in Breskens houdt het op. Ons eerste terrasje vandaag. Daarna verder naar Goede, Sluis-centrum en Aldi Sluis (wijn), Cadzand en Cadzand Bad. We herontdekken de soorten graan, zoals rogge, gerst en vlas. Het staat er allemaal armetierig op. Het is tot nu toe te droog geweest. De fietsen zijn aan vervanging toe. Ze trappen door, ze ondersteunen alleen iets in stand 3 en regelmatig valt de hele ondersteuning uit. In de fietsenverhuur stellen ze onze klachten zeer op prijs (?). In de haven doet de tarp zijn werk prima, omhoog gehesen als zonnescherm. De weermodellen voorspellen volgende week nog heter weer. De avond is hier heerlijk aan boord. Morgen Vlissingen 9 mijl.
Dinsdag 17 juni. Het waait ons té hard voor de oversteek. We blijven liggen tot morgen. Het ontbijt wordt besteed aan het uitspreken van sociaal ongemak.
Hans gaat naar de kapper en samen met Robert wordt een routeplanning gemaakt: Arnemuiden, Bruinisse, daarna keuze Middelharnis/IJmuiden of Willemstad.
Woensdag 18 juli. Heerlijk weer, lekkere wind. Naar Vlissingen tegen de stroom in, SOG is 3,5 knopen.
Nog net op tijd voor de Blauwe Golf komen we bij de zeesluis aan, inclusief het ontwijken van de gigantische containerschepen op weg naar Antwerpen, die van een loods worden voorzien.
De blauwe golf betekent dat we met zo’n 6 boten in een konvooi door de diverse bruggen varen. Zo schiet het wel lekker op.
We tanken GTL bij Jos Boone in Middelburg en na de sluis bij Veere komen we op het Veerse meer en varen door naar Arnemuiden. Een echte verenigingshaven met leuke mensen, leenfietsen en Duitse passanten.
We fietsen naar Arnemuiden en eten bij de plaatselijke snack. Prima. We zien daar ook de wereld beroemde klok van Arnemuiden.
Het bevat een astronomisch uurwerk, ontworpen in 1589 door Jan Dirckszoon Coop en geeft zowel de maanstand als hoog- en laagwater aan. Zo konden de vissers zien of het veilig was de haven binnen te varen.
Het gesprek ’s avonds met de Duitse passanten gaat over ’fisherstädchen’ und die Bote nach Marken, die Jan Schmit. Was dit beheersing van de Duitse taal of had alcohol hier ook wat mee te doen?
Donderdag 19 juni. Op de motor naar de Oosterschelde sluis. Onderweg zoeken de dames de beste zon-plek en bij de brug ontmoeten we een inspirerend oud stel in een antiek zeilbootje,
ze zijn op weg naar een evenement met antieke zeilscheepjes. Op de Oosterschelde gaan de zeilen omhoog en zeilen we eerst tussen Noord en Zuid Beverland en later tussen Schouwen Duivenland en Tholen.
We passeren het veer Anna Jacobapolder-Zijpe. Ondertussen waait het 20 knopen bij de sluis in Bruinisse. Bij de sluis zien we ook weer het enorme Duits motorjacht waar zoonlief aan het roer staat.
Hij drijft wat voor de sluis in afwachting van groen licht maar loopt daarbij vast aan de grond. Met veel kabaal en gedoe komt hij weer los en vaart op de boegschroef en hekschroef de sluis in.
Dit levert een hoop gelach en commentaar op.
We landen in de marina in de verkeerde box 79 (=77), zodat bij de administratie in het havenkantoor verwarring ontstaat (“voor uw box is al betaald !?”).
Met leenfietsen gaan we naar AH Bruinisse voor aanvulling van de drankvoorraad en 4 kg mosselen. Deze eten we die avond aan boord. Heerlijk. Het blijft flink waaien. Hans is er klaar mee.
Vrijdag 20 juli. Visserij-dagen in Bruinisse. Deze keer wandelen we naar de haven. Het is er gezellig met shanty koren, uitdelen van gewokte mosselen (veel groter dan de onze gisteravond) en een braderie. Hans en Robert laten de braderie voor wat die is en gaan de boot schoonmaken. Vlak bij onze ligplaats is een zeilschool. Kinderen krijgen daar enthousiast en professioneel les. We genieten ervan. Toch blijft het een te grote marina, te commercieel, te onpersoonlijk. Het geeft dat Sporthuis Centrum gevoel met veel plastic.
Zaterdag 21 juli Bij de sluis Bruinisse moeten we 1,5 uur wachten ondanks het vroege opstaan. Ook zo’n Sporthuis Centrum moment, druk, druk, druk. Hans wil voordringen, Robert wil meegaan in de flow.
Bij de Krammersluis is Robert bang voor het bellengordijn waar ze vorig jaar zoveel last van hadden, maar het staat nu gelukkig niet in werking. De doorvaart gaat probleemloos.
Vanaf de Krammer-sluizen tot de Volkerak-sluizen kunnen we zeilen. Ook weer met steeds toenemende wind (Bft 5 naar 6), maar gereefd zeer goed te doen. We maken gemiddeld 6,5 knopen.
Wat een stuntels in de sluis. De spanning druipt er af, ook bij de miljoenplus boten.
We varen Willemstad voorbij op het Hollands Diep en schuiven in een box in Strijensas. Met dwarswind wel een dingetje.
Met gehuurde fietsen en voor Hans en Robert één elektrische scooter gaan we naar Strijen voor boodschappen. Het gezicht van Ien is al bijna weer terug naar normaal.
Zondag 22 juli. Van Strijensas via de Dordtse Kil, de Noord en de Lek naar de Nieuwe Maas. We passeren 2 bruggen onderweg. De Dordtse dubbel en de verkeersbrug van Alblasserdam.
Bij die laatste kunnen we vanwege de stroming stilliggen op de automaat en de motor langzaam vooruit. Om 15.30 uur komen we uiteindelijk aan in IJsselmonde
bij de gelijknamige watersportvereniging met uitkijk op de Hollandse IJssel en de Brienenoordbrug. Het is half tij, dus we passen erin qua diepte, maar dan wel aan de kop van de steiger.
We varen er achteruit in om morgenvroeg bij vertrek niet door de modder te hoeven keren.
Aan de andere kant van de steiger ligt een motorbootje met een oude baas erin. Hij geeft advies over hoe de landvasten moeten staan.
Want als er een grote bak langs komt kan het hier aardig spoken zegt hij en dan gaan de kikkers uit het dek.
De vereniging (vooral oud binnenvaartschippers) heeft het goed voor elkaar. Er heerst een heerlijke Rotterdamse sfeer.
We drinken eerst, eten (2 gangen) dan en drinken daarna weer in het clubhuis voor totaal € 44,-. Alles verzorgd en klaar gemaakt door vrijwilligers. Top!
De kleding wordt ondertussen nog gewassen (2 trommels), na duidelijke instructies van de havenmeester (uit Helmond). Onderweg voor de Dordtse brug kwamen we ook nog een alleen zeilende man tegen.
Het ging allemaal prima hoor, maar …… toch een beetje zielig.
Maandag 23 juli. Door de Algerabrug, door de Julianasluis en dan geen getijdenstroming meer, we zitten op zoet water.
Door Alphen, nadat we een uur in storing hadden gelegen voor de dubbele spoorbrug vlak voor Alphen. Door de hitte was deze niet te openen.
Naast ons komt een Friese meneer met mevrouw liggen en gaat tegen onze punt liggen. Met een sigaar in de mond en een eigenwijs gezicht zegt hij dat dat allemaal prima kan.
Toch zien we ’s avonds zijn afdruk op onze huid. We hadden het toch beter zelf moeten checken. We passeren een bedrijf dat metaal behandelingen doet.
Robert ziet er iets staan wat hij niet kent: Schooperen. Hij zoekt het op in Wikipedia en vindt:
het thermisch aanbrengen (spuiten) van vloeibaar zink, aluminium, gietijzer, legeringen e.d. op een vooraf blank gestraald metaaloppervlakte.
Bij het wachten doet de tarp weer prima werk. We maken een lekkere lunch en gaan om 19:05 door de Spoorbrug bij de Kaag. Scheelt ons morgenvroeg gedwongen vroeg opstaan. In Lisse leggen we boot aan en worden warm ontvangen. We laten chinees komen en eten heerlijk aan een tuintafel op de wal. De avond wordt gezellig doorgebracht met Niels en Tess, die even met de auto langs zijn gekomen.
Dinsdag 24 juli. Haarlemmermeer, Heemstede met haar prachtige huizen aan de Spaarne en Haarlem, de historische binnenstad vanaf het dek. We worden vlot door de bruggen geloodst
om de spoorbrug midden in Haarlem te halen. Na de doorvaart nog even wat boodschappen gedaan en een terrasje gepakt. En dan, op naar de A9 brug, opening om 14.15 uur.
Alles lukt en op het Noordzeekanaal aangekomen is de cirkel rond. Vanwege de hitte wordt de parasol ingezet. Robert stuurt nu in de schaduw.
Na een lus te hebben gemaakt in de Amsterdam Marina (de gereserveerde box was helemaal achteraan en ver weg van sanitair etc.), slapen we toch weer in de Sixhaven.
Wat is het warm. Uit nood zoeken we een terras in Amsterdam op en gelukkig koelt het ‘s avonds af. Omdat het nog warmer gaat worden de komende dagen, prijzen we ons zelf gelukkig dat we morgen thuis zijn.
In jachthavens is het niet uit te houden. Morgen dus linea recta naar de Ketelbrug.
Marine Traffic heeft niet overal dekking van AIS signalen, dat is op de verschillende trajecten goed te zien. Zo houdt het signaal van de Speer altijd op bij het IJsselmeer, ter hoogte van Trintelhaven en Urk.
Woensdag 25 juli. Vanaf het IJ, door de Oranjesluizen, onder de geopende Schellingwoude brug door, het vertrouwde Markermeer op. We varen weer door de vaargeul en hebben geen last van waterplanten gelukkig.
Door drukte bij de Houtribsluizen van veel grote binnenvaartschepenen moeten we even wachten, maar krijgen dan toestemming om achter de Wessel, een grote vrachtboot aan de bakboord sluis te nemen.
De Wessel houdt goed rekening met de jachten achter hem en is erg rustig met zijn schroef. Op het IJsselmeer is de wind ondertussen aangewakkerd tot 24 knopen.
Met een bij-de-windse koers zeilen we rustig naar Urk, want de laatste opening van de Ketelbrug om 15.50 uur halen we niet. In Urk onze laatste snackmaaltijd gegeten.
Maar wel een hele lekkere; gamba’s en scholfilet.
In de haven van Urk is de hitte niet te harden. Een half uur eerder dan gedacht kunnen we om 18.50 uur door de Ketelbrug. Marianne en Ien hadden op het Markermeer al alles ingepakt.
Hun vooruitziende blik betaalt zich nu terug. In de hitte pakken we de boot uit en nemen afscheid op de parkeerplaats.
Het was een topvakantie met beide echtparen, maar het is fijn om nu ook weer naar huis te gaan. Drie en een halve week op een boot is wel lang.